Ga naar de inhoud

Deze tweede selectie uit de collectie van Flor Bex – de eerste selectie werd verkocht in oktober 2013 – en diens echtgenote Lieve De Deyne, gaf een mooie dwarsdoorsnede van het hele parcours dat Flor Bex heeft bewandeld binnen de nationale en internationale kunstwereld. Als hij in de vroege jaren ’70 aan het het hoofd komt te staan van het ICC, het Internationaal Cultureel Centrum, staat hij ook meteen aan het hoofd van de eerste instelling in Vlaanderen die de kaart trekt van de moderne actuele kunst. Hij breekt de grenzen open van het statige gebouw aan de Meir met nog steeds tot de verbeelding sprekende tentoonstellingen van ondermeer Guillaume Bijl, Ben Vautier, Dan Graham e.a. Het zal echter vooral met James Lee Byars en Gordon Matta-Clark zijn dat Flor Bex tot op de dag van vandaag onmiddellijk geassocieerd wordt. Hij organiseerde baanbrekende tentoonstellingen en liet de kunstenaars performances organiseren, die internationaal hun weerga niet vonden. Veel inkt vloeide reeds over de ’vreemde’ jaren na 1982 en de start van het MUHKA in 1987. Zijn geesteskind op het Antwerpse Zuid bouwt hij uit tot een instelling met een degelijke internationale renommee waar nationale kunstenaars zoals Fabre, Vandenbergh, Bijl schouder aan schouder tentoonstelden met ondermeer Deacon, Kabakov, Abramovic e.a. In tussentijd vindt Flor Bex, immer bijgestaan door zijn vrouw, zelfs nog de tijd om het tijdschrift ’Artefactum’ uit te geven en eveneens ingang te doen vinden in internationale kunstkringen. Een man van vele levens, een collectie met nog meer bekende gezichten.

 

 

 


Lot 1111
Bernar Venet (°1941)
’Undetermined line’. Collage en houtskool.
Getekend en gedateerd 1985.
255 x 304 mm

res.: € 5400

 

 

 

Lot 1142

 

 

Marcel Broodthaers (1924 – 1976)
’Un dictionnaire pour Flor’.
Zwarte stift en potlood.
Gemonogrammeerd.
145 x 127 mm

 

 

res.: € 4200

 

 
 

 

Bij de parels uit zijn bibliotheek behoorden originele tekeningen van o.m. Bernar Venet. Een vel uit 1985 van zijn hand (lot 1111) verdubbelde vlot de schatting en ging weg aan 5400€. ’Un dictionnaire pour Flor’, een klein werk van Broodthaers, haalde € 4200. Andere stukken vonden tevens gretig aftrek bij een jong en geïnteresseerd koperspubliek, dat het opnam tegen het internet. Zo haalden twee polaroids van Ulay/Abramovic uit 1983 (lot 1136) 2000€, een ’postal sculpture’ van Gilbert & George (lot 1076) 1200€ en een volledige reeks ’Limericks’ van beiden 3200€, hetzij meer dan het dubbele van de schatting. Guillaume Bijls ’Chaussures Icécé’, een ovalen plaket dat het ICC sierde aan de ingang in 1980, werd aan 1400€ afgehamerd terwijl voor een maquette/video van Marie-Jo Lafontaine (lot 1141) uit 1978-79 1900€ geroepen werd. Raoul De Keyser, wiens vier lino’s uit 1986, uit een andere verzameling (lot 1052) 1400€ waard bleken, scoorde met een kleine aquarel (lot 1052, 18 x 14cm, 1800€) maar het werd ongemeen spannend toen Delvoye’s ’eerste stront uit de Cloaca’ uit 1999 opgeroepen werd. Het object in een glazen recipiënt (lot 1118), rond 1000€ in de vitrine, haalde bijna een zevenvoud (6900€).

Andere prijzen: Kollwitz (lot 1001, 1500€), Spilliaert ’Plaisirs d’hiver’ (lot 1020, 1900€), Rik Wouters (lot 1031, tekening, 3200€), Luc Tuymans (lkot 1069, 2000€).