Ga naar de inhoud

 

De nadruk in deze thematische veiling rond Romantische en Moderne Meesters lag op schilderijen en beeldhouwwerk van Europees bekend en minder bekend talent. Hieronder een klein overzichtje met hamerprijzen (excl. commissie 22 of 26%). 

Uit de 19de eeuwse romantische periode lichten we vooral een museaal doek van de hand van Edmund Blair Leighton uit de selectie. Het intimistisch ragfijn geschilderd tableau, getiteld ’Yes or No ?’ van deze in onze contreien weinig voorkomende kunstenaar werd gepriseerd tussen 7500 en 10000€ maar haalde vlot bijna drie keer zoveel (lot 73, 24000€). Een eerder zeldzaam landschap van de omgeving Corbeil door Félicien Rops (lot 226) en een ’eendenvlucht’, getiteld ’l’Air’ van Piet Van Engelen (lot 199) uit 1900 verkochten resp. aan 5400€ en 4000€. Een groot oriëntalistisch gezicht van Alfred Bastien verkaste dan weer aan 16000€ (lot 214).
Het ’Model in atelier’ van Gustave De Smet, vond geen koper. Een imposant landschap van de expressionist Albert Saverijs (lot 587A) ging wel weg aan 13100€ en een impressionistisch landschap van Leon De Smet werd 6000€ afgehamerd (lot 595).

Voorts werd een restaurantgezicht (lot 318) van Florent Crabeels aangeboden (5000€), van Henri Schouten een paar doeken van ezels en koeien (lot 191, 7800€), van Kurt Peiser een strandgezicht (lot 589, 3200€), van Roméo Dumoulin een typische processie (lot 532, 2800€) en van Pascal De Beucker een bloemstilleven. Dat laatste, een doek uit 1909 (lot 289) haalde maar liefst 15000€. Hubert Malfait, Eugeen Van Mieghem vonden geen nieuwe eigenaar, dit in tegenstelling tot werk van Paul Joostens. Diens stilleven (lot 510) en een dubbelportret (lot 541) klopten af aan 2400 en 4400€. Andere prijzen: Lodovico Pissarro (lot 581, 4800€), Dirk Baksteen (lot 566, 2200€), Willem Dolphyn (lot 628, 2800€), Bruno Vekemans (lot 649, 4000€), Leroy Neiman (lot 660, 3300€), José Vermeersch (lot 683, 4600€) en Bram Bogart (lot 688, 3200€). 

Verzamelaars van de strakke Art-Déco periode gingen tot het uiterste voor één van de twee bronzen sculpturen van Thierry Van Rijswijck. Een hertje (lot 427) haalde snel 4000€, maar een panterwelpje (lot 427), geschat rond 6000€, verkocht aan een indrukwekkende 15000€. Een chryselefantien stuk van D.Alonzo (lot 403) werd op haar beurt 4200€ afgehamerd terwijl voor een monumentaal houten sculptuur van Wijnants een koper 10500€ veil had (lot 428). 

Voorts waren er bronzen van de hand van A.De Wever (lot 76, 3400€) en E.J.Carlier (lot 81, 3700€), verkochten een grote muziekdoos (lot 107, 2800€) en een dubbele Erard pedaalharp (lot 127, 2800€), een ’Boulle’ schouwklok (lot 145, 2800€) en een notelaren vitrinekast (lot 129, 10000€). 

In de na-oorlogse periode stippen we een volledig bebicte jas aan van Jan Fabre (lot 699), gebruikt in diens theaterstuk ’Das Glas im Kopf wird vom Glas’ uit 1987, afgehamerd aan 20000€. Werk van Fred Bervoets (lot 738) verkocht aan 5600€, Jan Saverijs (lot 751, 2500€), Ben (lot 780, 3000€), Felix De Boeck (lot 753, 4400€), Yves Zurstrassen (lot 743, 3500€) en Maurice Van Saene (lot 733, 2800€). Een ruitvormig doek uit 1970 (lot 763) van Jef Verheyen vond helaas geen koper.