Ga naar de inhoud

Een gevarieerde veiling met aandacht voor de 20ste eeuw opende het veilingseizoen bij Bernaerts.
Op maandag 18 en dinsdag 19 maart liepen de veiling rond antiek en Modernen, op woensdag 20 maart werden designmeubelen geveild tesamen met naoorlogse schilderijen en sculpturen.

Volledige opbrengstlijst hier

(Claire Colinet, res.: € 3200)

Eerste zitting: 19de eeuw en Asiatica

Bij aanvang van de veiling vielen onmiddellijk de eerder hoge biedingen op voor werk van Romantische Meesters als Jean Carolus, Jean-Baptiste Robie of nog Karel Ooms. Van deze laatste werden twee doeken aangeboden, een ‘fantaise estivale’ uit 1872 en een dubbelportret van Rembrandt met Jan Six (loten 22, 23) die resp. € 24000 en € 10000 afgehamerd werden. Een interieur van Jean Carolus, ‘La fête de la grand-mère’ uit dezelfde periode (lot 19), geschat € 4-6000, ging vlot € 17000 terwijl een stilleven van Robie (lot 21) ook boven de schatting landde (€ 8500). Andere romantische doeken en bronzen sculpturen van o.m. Henri De Coene (lot 10, € 6000), Jean-Baptiste Anthony (lot 20, € 5000), Emile-André Boisseau (lot 32, € 7500), Claude-Michel Clodion (lot 41, € 6000) of nog Agapith Stevens (lot 3, € 3000) gingen even vlot van de hand, o.m. naar Chinese kopers. Zo ook verging het een driedelig schouwgarnituur naar Clodion (lot 41, € 6000).

(Philippe Vandenberg, res.: € 30000)

Deze laatsten kochten ook gretig Chinees porselein waarbij een paar zeskantige vazen, gevat in een prijsvork € 3000-4000, het meest opviel. Het 59 cm hoge paar, versierd met pioenrozen en lotusbladeren, werk uit de 19de eeuw, werd toegewezen aan een viervoud (lot 136, € 12000). Een ‘hundred deer’ schotel met apocrief Qianlong-zeskaraktermerk (lot 103) ging weg aan € 3800 terwijl een Kangxi beeld van een grot met Guanyin, afkomstig Sotheby’s A’dam 1999, ongeveer evenveel waard bleek (lot 91, € 3400). Een vermoedelijk 17de eeuwse kalebasvormige vaas Jun-type (lot 109) veranderde van eigenaar voor iets minder dan de schatting (€ 3200).

Niet alles ging echter even vlot weg op deze eerste zitting. Net onder de schatting viel zo bv. een terracotta van Jacob De Braekeleer (lot 39), die werd toegewezen aan € 1300.

(James Ensor, est.: € 30000/40000)

​Tweede en derde zitting: Art Déco en XX

Een chronologisch overzicht start bij een ‘Château de la Roche-en-Ardenne’, een doek uit 1877 van symbolist Xavier Mellery (lot 205, € 3200) om over te gaan tot een vrouwenportret van Charles Verlat, geschat rond € 1000/1500 (lot 243, € 6000) om de 19de eeuw te besluiten met een zicht in het Alhambra van J.-B. Van Moer (lot 268, € 4000). Bij de Art-Déco beelden bleek de interesse voor een bronzen ‘Familie op wandel met twee honden’ van Fernand Gysen terecht (lot 289, € 7000) terwijl ook voor Claire Colinet (lot 294, € 3200), Bruno Zach (lot 295, € 3000) of nog Benneteau-Desgrois (lot 296, € 3400) behoorlijk geboden werd. Verzamelaars van animaliers als Becquerel (panter, lot 308, € 3600), Albert Hager (lot 307, € 2400) en Thierry Van Rijswijck (koala’s, aardewerk, lot 311, € 1300) en Franz Hagenauer (lot 321, € 1700) kwamen ook aan hun trekken.

Van Gentenaar Jan-Frans De Boever werden meerdere enigmatische symbolistische werken aangeboden (loten 322-327, prijzen tss € 800 en 1800), van Jules Van Biesbroeck twee oriëntalistische (loten 340, 341, telkens € 2200). Andere resultaten: Modest Huys (lot 346, € 3400), Jean Gouweloos (lot 330, € 4100), J.P. Allustante (lot 353, € 4200), Paul Mathieu (lot 348, € 2400). Een belangrijk karton van Van Mieghem ging weg aan € 15000 (lot 362), een futuristisch stadsgezicht van stadsgenoot Edmond Van Dooren (lot 412) aan € 18000 terwijl diens ‘Moeder en kind’ de helft waard bleek (lot  415, € 9000). Van Floris Jespers bleek diens ‘Vrouwen in ligzetels’ het duurst uit het aanbod (lot 420, € 5500).

(André Lhote, res.: €  7500)

​Naoorlogse doeken waren er van Antoine Mortier (lot 430, € 8500), André Beullens (‘Fanal II’, lot 431, € 7000), Renaat Ivens (loten 433, € 3000), Ben Vautier (lot 441, € 4800) en Luc Peire. Van deze laatste werd diens werk ‘La fine ligne’ uit 1955, geschat € 4000-5000, afgehamerd aan € 13000. Beelden van Pol Spilliaert (lot 446, € 2600) en Gerard Holmens (loten 450, 451, € 2800 en € 3000), afkomstig uit Villa Pastorale in Koksijde, bleven onder de verwachtingen. Van Peruviaan Carlos Revilla verkochten we twee doeken (loten 494, 495, € 6000 en € 3000), van Moskoviet Leonid Purygin een paneel (lot 497, € 13000). Ook voor Philippe Vandenberg, present met drie werken werd fel gestreden. ‘D’après l’ennemi intérieur’ (lot 514, 1999) ging € 9500, een ongetiteld werk uit 1997 haalde evenveel (lot 515, € 9500), maar het meest werd geboden voor een doek uit 1989 (lot 516). Het ongetiteld werk van deze kunstenaar, geschat rond € 10000 ging weg aan een drievoud (€ 30000).

(Gerhard Richter, res.: € 4000)

Vierde zitting: Design

Op woensdagavond 20 maart kwam een kleine verzameling design onder de hamer. Bij de uitschieters hoorden o.m. een jaren ‘80 consoletafel van Dresse (lot 882, est.: € 2-3000) die aan € 6800 toegewezen werd, een ronde Jules Wabbes-tafel in wengé-hout (lot 874) die € 4200 haalde en een paar Hvidt-Molgaardt/Nielsen relaxzetels, model ‘FH-6135’ waarvoor € 4000 geboden werd (lot 823). ‘Lente’, een opbergkast van Pieter De Bruyne (lot 877) raakte echter niet verkocht.


(P. Hvidt & O. Molgaard/ Fritz Hansen, res.: € 4000)

(Zao Wou-Ki, res.: € 2800)