Woensdagochtend begon een sessie ‘Werk op Papier’ met aandacht voor de betere prent, tekening en boek van de 16de eeuw tot hedendaagse bladen. Hieronder een kort overzicht met hamerprijzen (excl.commissie)
Het was een Kruidenboek van Dodoens (lot 1105) die met 3600€ het duurste oude boek werd. Een ingekleurd redegezicht van Antwerpen door Delapointe, geschat rond 750€ haalde bijna een vijfvoud (lot 1002, 3200€) terwijl een prachtig geïllustreerd vlinderboek van Hübner (lot 1108) 2600€ waard bleek. Het Schilder Boeck van Van Mander uit 1618, bescheiden in de bibliotheek aan 300€ klom al snel naar 1800€ (lot 1102) en een 18de eeuwse onvolledige atlas (met gebruiksschade) vond toch ook een nieuwe eigenaar aan 1700€ (lot 1088). Een kleine Van de Velde-tekening van personages (lot 1060) verkaste op haar beurt dan weer aan 1500€, iets meer dus dan Stoopendaals ‘Zegepraalende Vecht’ uit 1719 (lot 1080, 1400€).
Bibliofiele uitgaven vonden ook aftrek: een met een Picasso-ets verrijkt gedicht van Kovatchitch (lot 1169) haalde vlot de schatting (3600€) en een luxe-ex. ‘De boer die sterft’ van Karel van de Woestijne (lot 1132) ging weg aan de onderste schatting (1600€). Een voorbereidende tekening voor de ‘Bekoring van Beatrijs’ van Timmermans (lot 1484, est.: 600€) verkocht aan 1700€.
Maar het was toch vooral voor de 20ste eeuwse prent en tekening dat de verzamelaar naar Antwerpen kwam om te bieden. Hij moest het opnemen tegen de webcastbieders die vooral vanuit het buitenland boden voor werken van Félicien Rops, die vlot verkochten tussen 200€ en 850€ (‘Diabologie’) met uitschieter ‘La mort qui danse’ (lot 1252, 2000€).
Bladen van Van Mieghem, Smits, Baksteen, Peiser en De Bruycker (‘Cathédrale d’Anvers’, lot 1289, 1100€) vonden zoals vanouds hun bieders.
Nog beter ging het voor de kunst na 1945 met internationale prijzen: Ellsworth Kelly (lot 1423, 3000€), Roger Raveel (lot 1326, 1000€), Sol Lewitt (lot 1371, 1000€), Gilbert Swimberghe (lot 1518, 1100€), Maurice Wyckaert (lot 1348, 1200€), Donald Baecheler (lot 1429, 1200€), Paul Delvaux (lot 1352, 2800€), Stephan Vanfleteren (lot 1555, 1300€), Pierre Soulages (lot 1378, 1600€), Jacques Doucet (lot 1535, 2000€) en Daniel Buren (lot 1365, 2200€).
Even goed of nog beter deden Bernar Venet wiens prent (lot 1379) aan 2500€ wegging en diens tekening (lot 1562), te koop rond 3000€, aan het dubbele verkocht (5800€). Ook voor Christo (lot 1558), ‘Arc de Triomphe’ (6200€) en Robert Mapplethorpe (lot 1537, 5000€) werd fel geboden. Een aan de Nabis verwante pastel van Floris Jespers uit 1914 (lot 1492) vond na maar liefst 29 biedingen een nieuwe thuis aan 8400€ (est.: 3/4000€) en een ‘Vollard et son chat’-kleurenets naar Picasso (est.:4/6000€) ging de deur uit aan 7500€.
Zonder de indrukwekkende tekening van Jozef Peeters – het stuk sierde de omslag van de catalogus – te vergeten (lot 1496, 17000€) was het vooral James Ensor die de ster van de namiddag werd. Voor zijn tekeningen (bloemenmeisje (lot 1557), 8500€ en ‘Le masque arraché’ (lot 1463), 19000€) en prenten (Guldensporenslag (lot 1318, 6500€), Schaatsenrijders (lot 1317), 7500€, ‘Crânes et masques’ (lot 1319, 4200€) bestond internationale belangstelling.
Andere prijzen: Dan Van Severen (lot 1519, 3600€), Philippe Vandenberg (lot 1559, 3400€), Raoul De Keyser (lot 1561, 3200€).
Kortom, een wervelende veiling.