Ga naar de inhoud
Klik hier voor enkele highlights 
radio 1 interne keuken 12/11/2016 

Op de veiling van 2 mei werd een belangrijke dubbelzijdige pen-en penseeltekening van de hand van Peter Paul Rubens ter veiling gebracht en verkocht aan 670000 euro hamerprijs. Met de commissie (22%) is de totaalprijs 817.402 euro. De zoektocht naar de ware hand achter de tekening, mét inscriptie ‘van dijck’ duurde een klein jaar. Door de ondersteuning van het Antwerpse Rubenianum werd een netwerk van vorsers bijeengebracht die, over de grenzen heen, de toeschrijving aan Rubens’ leerling verwierp. Het was uiteindelijk mevrouw Anne-Marie Logan, éminence grise van Rubens op papier en sinds 1970 bezig met het oeuvre op papier van Rubens (expo ‘Rubens Drawings’, MET, 2005), die, geconfronteerd met de tekening, gebracht door Bernaerts naar New York, geen twijfel liet bestaan omtrent de echtheid én het belang van de tekening, zowel wat thematiek, kleurgebruik, specifieke techniek (penseel op papier) als het feit dat het hier om een ‘uniek experiment’ van Rubens ging. De schatting werd bepaald op 300/500000 euro. Voorafgaandelijk de veiling kwam het huis Bernaerts een belangrijk statement vanuit de Vlaamse Overheid binnen: de tekening werd die ijkwaarde toegedicht dat het, uitzonderlijk én een unicum in het Belgische veilingwereld, opgenomen werd op de Topstukkenlijst, inhoudende dat, indien het stuk Vlaanderen zou verlaten, het de toelating zou moeten krijgen om geëxporteerd te worden. De aandacht die het kreeg vanuit de overheid zorgde voor een bevestiging van de interesse vanuit het buitenland. Een volle zaal belangstellenden, veel pers en een druk telefoonpanel. De uiteindelijk nieuwe eigenaar werd een verzamelaar met Vlaamse achtergrond. Op vrijdag 6 mei werd zijn identiteit prijsgegeven: het gaat om Katoennatie-topman én verzamelaar van hoogwaardige kunstvoorwerpen Fernand Huts. De kans dat het stuk nog te zien zal zijn in Vlaanderen, is dus eerder groot. Er hoeft m.a.w. geen exportvergunning worden aangevraagd. Het huis Bernaerts bewijst met de geslaagde zoektocht naar authenticiteit, de steun die het verkreeg vanuit het Antwerpse onderzoekscentrum Rubenianum, de internationale promotie, dat het niet groot moet zijn om topstukken aan te bieden én te verkopen aan een wereldprijs. De hoogste prijzen voorts vielen tevens te noteren in het segment Oude Meesters uit de Lage Landen. Zo ging een kopertje van Jan I Brueghel (lot 34), gedateerd 1611, 270000 euro terwijl een kleine tondo van Hans Bol (lot 33) aan 50000 euro afgehamerd werd. Meerdere superieure zilveren verzamelobjecten uit de Antwerpse en Hollandse Gouden Eeuw kwamen uit dezelfde verzameling als waaruit het werk van Brueghel I en Bol kwamen. Lot 1, een vroeg 17de eeuws wijwatervat, gaf het gepaste startschot van deze prestigeveiling. Het precieuze stuk in ivoor en bloedsteen oversteeg de schatting en verkocht aan 8500 euro. Bij deze “objets de vertu” was er voorts een uitermate zeldzaam ‘uilenbekertje’ uit 1547 (lot 11, est.: 30/40000 euro) dat bijna een drievoud waard bleek (hamerprijs: 80000 euro) en een kokosnootbeker van rond dezelfde periode (est.: 20/30000 euro) die aan 76000 euro de zaal uitging. Een kleine maar uitgelezen collectie glas-en zilverwerk werd tevens aangeboden naast andere, ivoren artefacten. Bij het zilver viel ook een reisbestekje op (lot 16), in de catalogus rond 2000 euro, dat van eigenaar veranderde voor 7600 euro. Een theekan, met keurmerk en datering 1734 uit Leeuwarden (lot 397), geëstimeerd rond 3000 euro vertienvoudigde zelfs haar schatting (hamerprijs: 36000 euro). Een ivoren zoutvaatje, Antwerps van rond 1650 deed ook menig verzamelaar bieden (lot 3, 14000 euro). Een ‘snaackerij’ of ‘stortglas’ (lot 26), geschat rond 5000 euro, verdubbelde dan weer de schatting (hamerprijs: 9000 euro). Een Hollandse beker uit dezelfde periode verraste nog meer door aan een zevenvoud afgehamerd te worden (est.: 2/3000, hamerprijs: 14500 euro). Kortom, een grote interesse voor kwaliteitsvolle antiquiteiten uit de 17de eeuwse Lage Landen vanuit België en Nederland. Voorts sierden religieuze en profane beeldhouwwerken de catalogus. Een 18de eeuwse Antwerpse Madonna in gepolychromeerd hout (lot 94) haalde 6500 euro, een paar anonieme Vlaamse marmeren putti (lot 58) kregen een nieuwe bestemming aan 15000 euro en een ‘Maria Lactans’, laat-gotisch van ca.1485-1510, in ivoor (lot 2) belandde mooi in de schattingsvork (hamerprijs: 22000 euro). Uit de 19de en 20ste eeuwse klassieke schilderkunst werd een ‘Dans l’atelier d’Angelica Kaufmann’ (lot 522) door Willem Geets aangeboden, die na een telefonisch duel toch in de zaal werd toegewezen aan 17500 euro. Lot 495, een historisch stuk van Gustave Wappers (lot 495), geschat rond 5000 euro, bleek meer dan weer meer dan het dubbele waard (hamerprijs: 12000 euro). Een classicistisch werk van Schopin (lot 516) haalde 5000 euro, iets meer dan wat er voor een anoniem Engels werk (lot 510) geboden werd (hamerprijs: 4600 euro). Andere resultaten het vermelden waard: een boeddha (lot 444, 4200 euro), een beschilderd pronkkabinetje (lot 55, 4600 euro), een kruikje in porselein (lot 390, 5000 euro), een Meissen-groep (lot 474, 5200 euro), een Directoire guéridon (lot 563, 5000 euro), Gerard De Lairesse (lot 160, 6000 euro) en een anoniem Spaans paneel (lot 130, 4500 euro).