De jaren ’30 worden verder gerepresenteerd door een collectie Keramis–vazen, Belgische trots uit La Louvière. In diezelfde lijn wordt er ook een zilveren Georg Jensen eetservies aangeboden. Eveneens verzamelwaardig is de zeldzame ‘drie herten in maïsveld’-vaas door de Deense Axel Salto. Indien het nog zeldzamer mag, is er ook een gesculpteerde walruskaak in aanbieding. Deze staande figuur, vervaardigd in Thule (huidig Qaanaaq in Groenland), werd op het voorsteven van een kajak geplaatst om kwade geesten en vijanden af te weren. Volgens de overlevering zou dit stuk uit de nalatenschap van de Deense prins Knud komen, wiens vader het zelf als gift van het dorp Thule zou hebben mogen ontvangen.

Een andere bijzonderheid, van geheel andere aard, is het monumentaal bas-reliëf door Oscar Jespers. In opdracht van de Belgische regering kapte Jespers voor de wereldtentoonstelling te Brussel in 1935, in lindenhout, een ‘landkaart van België’ van vier bij twaalf meter; het reusachtige bas-reliëf, dat hij polychromeerde, werd geplaatst in het modelstation van architect Victor Bourgeois. Jespers bracht de culturele en economische geschiedenis van zijn land beknopt in beeld. De compositie wordt bepaald door twee diagonalen, die Hoog-, Midden- en Laag-België van elkaar afgrenzen. Ter karakterisering van stad of streek koos de beeldhouwer een symbool. Zo wordt de streek tussen Spa en Namen vertegenwoordigd door een jager en St. Hubertus, Oostende door zonnebaders, Antwerpen door o.a. de Boerentoren.

Wat betreft de jaren 1940 zijn er verschillende stillevens van Walter Vaes in de aanbieding, waarbij hij onder meer mosselen, vlees of de ingrediënten voor een koninginnenhapje meesterlijk weet te penselen.

Na al dit moois komen we uiteindelijk aan bij de tweede helft van de 20ste eeuw. Ook hier blijft de keuze legio. Zo schakelen we over naar het late surrealisme van Rachel Baes, die met drie olieverven en een gouache vertegenwoordigd is op deze veiling. Verder is er ook werk van Louis Van Lint, Joseph Willaert (vorig jaar nog te zien op de expo in de Venetiaanse Gaanderijen van Oostende), een van de welbekende ‘zaadzakjes’ van Jef Geys (in dit geval: siermaïs, 1968) of nog een monumentale Jef Verheyen van 182 x 182 cm (excl. kader) uit zijn reeks Zonnebogen, waarbij hij het kleureffect van irisatie verkent. Deze twee laatste kunstenaars zijn op het moment van de kijkdagen ook te bewonderen in Wiels en in het KMSKA.
De veilingloten uit de jaren 1960 culmineren in een eye catching designstuk, nl. de “2248”-maquilleerstand van Max Ingrand voor Fontana Arte. Binnen de sectie design is de keuze daarnaast ook uitgebreid. Een greep uit het aanbod: de ‘Side 2’-ladenkast door Shiro Kuramata, het ‘P700’-wandrek door Vittorio Introini, verschillende loten ‘Ant chairs’ door Arne Jacobsen en verscheidene lampen door Vico Magistretti of Joe Colombo, naast enkele kasten en tafels van USM Haller, een relaxzetel door Poul Kjaerholm of twee ‘Less’ vergadertafels door Jean Nouvel.